Flashback 1990: “Terug in de tijd. Het valt me tegen mijn geheugen op te frissen en alles een beetje op een rijtje te zetten hoe ik de tafeltennistijd heb meegemaakt. Als ik mij goed herinner geschiedde de oprichting als volgt; in den beginne was hier ene onderwijzer Bert schuur die dacht dat het best leuk zou zijn om eens in de week met een clubje een partijtje tafeltennis te spelen, zomaar voor de recreatie. In de kelder van de vroegere ‘Haven’ stonden nog 2 tafeltennistafels en hier en daar lag nog wat overig pingpongmateriaal. En jawel, uit de Hervormde stal werden wat broeders aangesproken door Bert, die destijds jeugdouderling was en de eerste pingpongmatch was een feit. Na enige tijd werd de ‘Haven’ afgebroken en waren we gedwongen een ander onderkomen te zoeken. Dit leverde geen problemen op want Harry Nolet stelde zijn zaal beschikbaar, hij speelde destijds namelijk ook graag een balletje mee. Dat deed hij dermate goed, dat hij ons allemaal de baas was. Het was in die tijd dat we een tafel en wat ander materiaal erbij kochten. Na enige tijd bij Harry onderdak te hebben gehad verhuisden we naar het Trefpunt, alwaar ik mijn laatste partijtje tafeltennis gespeeld heb. tegen wie weet ik helaas niet meer, alleen zou ik nog graag willen weten wie mijn batje versleten heeft, want dat is daar namelijk blijven liggen. Rest mij de jubilerende club te feliciteren en haar een sportieve toekomst toe te wensen. Kees Bakker.
In 1981 werd er over gesproken om clubshirts aan te schaffen. Er werd gewikt en gewogen en tenslotte kwamen er 50 prachtig zwart met rood omrande shirts uit de bus, die ieders instemming hadden. Een logo werd ontworpen dat op de voorkant van de shirts kwam. In deze shirts die de leden moesten aanschaffen voor ƒ 15,00 (de helft van de kostprijs) hebben we tot 1983 gespeeld. Toen waren de grote maten op en konden we geen nieuwe meer te pakken krijgen omdat ze uit de roulatie genomen waren. De kleine maten die over waren, werden bewaard en later onder de nieuwe jeugdleden verdeeld omdat de verkoop ervan, op een braderie, niet gelukt was. Omdat de meeste toch uitgekeken waren op de zwarte werd besloten om nu lichtblauwe met donkere strepen te nemen. Daarvan werden er 30 gekocht in allerlei maten. Een gedeelte ervan werd geschonken door de leverancier. In deze nieuwe kleur hebben we gespeeld tot 1988. In het najaar van 1987 waren ze weer op en nu vonden we een sponsor bereid om volledig nieuwe poloshirts ter beschikking te stellen. Dit heugkijk feit vierden we op 16 januari 1988. Ter ere hiervan werd bij de overhandiging onderstaand gedichtje gemaakt. Tot op heden krijgen alle competitiespelende leden gratis een (gesponsord) shirt ter beschikking gesteld. Het gedichtje luidde als volgt: Kapittel voor een heuglijk feit.
In 1974 werd onze club opgericht. Zaal Nolet, waar we toen speelden was tamelijk groot maar slecht verlicht.
Maar we speelden toch met groot plezier, en hadden allen ons vertier.
Na 2 jaar van trainen en van leren, gingen de dames en de heren, het nu maar eens in het Trefpunt proberen.
Daar was het erg gezellig maar wat klein. Drie tafels konden we maar kwijt en dat was minder fijn.
Er kwamen nu meer leden en we gaven de pijp niet aan Maarten, want als we moesten wachten gingen we gewoon een heel fijn potje kaarten.
In ’t Trefpunt speelden we zes jaar tot negentiendrieëntachtig en onder ’t spel werd wel eens wat gezegd, soms méér, soms minder krachtig.
Maar goed, dat mocht dat gaf geen moer. Om alles fijn te houden, was niet zo’n heksentoer.
We kozen een bestuur met onder meer daarin; een troubadour, een autoboer en drinkebroer.
Toen kwamen w’in de nieuwe zaal, dat was geen kattenpis. De ruimte was enorm, dus weg was d’ergernis.
Echter nu moesten we nemen een andere hindernis. Dat was conciërge Schrik, ’t was net een kikkervis.
Ook Bol kwam wel eens kijken, wanneer was ongewis. Maar als hij weer verdwenen was, was weg de duisternis.
Voor wedstrijden was het shirt verplicht en dat was wel gegrond. We vroegen ons nu af, hoe breien we dat rond. Maar de oplossing kwam al gauw toen Kees een sponsor vond.
Die gaf ons allen shirts, dat was een hele lust. Echter een paar jaar later waren we weer ongerust, want we kregen er geen meer, we waren uitgeblust. Edoch we kochten nieuwe en waren weer goed uitgerust.
En onlangs kwamen we weer aan ’t feit dat de shirts versleten waren. We zaten dan ook weer met de handen in de haren.
Daarover gingen we met z’n allen maar eens kwekken. Het ging over en weer, maar ’t waren geen twistgesprekken.
Totdat opeens een autoboertje kwam, die ging aan ’t belletje trekken.
We bespraken het met elkaar en voerden telefoongesprekken.
André zei toen; “ik wil een sponsor tot leven wekken”, en dat overtuigde zelfs de dikste stierennekken. En voortaan lag een shirtje klaar voor alle tafeltennisgekken.
Zo gezegd en zo gedaan. We zullen voortaan door ’t tafeltennisleven gaan met shirts van Autoschade Steketee aan.
André, jouw idee was spetterend. Onze dank verpletterend.